Hoe zinvol is duurzaam consumeren?

Onlangs las ik het boek “Een Beter Milieu Begint Niet Bij Jezelf” van Jaap Tielbeke. Het deed me denken aan een stuk dat ik deze zomer las, in de Volkskrant van 21 Augustus. Dit stuk gaat over een studie van Marijn Meijers, die een onderzoek doet met een virtuele supermarktomgeving. Zij vraagt hierin mensen te kiezen tussen verschillende soorten producten, die in meer of mindere mate duurzaam zijn. In het onderzoek worden producten voorzien van zogenaamde “visuele metaforen”. Denk hierbij aan bijvoorbeeld uitstervend koraal bij een product met een grote ecologische voetafdruk zoals biefstuk. Ook producten met palmolie worden van beelden met gekapte bossen voorzien. Groene producten zoals vleesvervangers worden vertoond met een mooi bloeiend koraal. Ook wordt er uitleg gegeven waarom producten wel of niet schadelijk zijn. In de eerste studie zijn veelbelovende resultaten te zien: 88% van de ingrediënten van mensen die deze visuele prikkels te zien kregen waren duurzaam, versus <60% in de controlegroep. Ook in de twee weken na het experiment rapporteerden mensen dat ze meer letten op duurzaamheid tijdens de boodschappen.


De resultaten die de studie geeft, duiden erop dat de beelden inspelen op “Response Efficacy”. Dit houdt in of mensen geloven of hun eigen keuzes invloed hebben. Door de metaforen en informatie wordt dit gestimuleerd, wat leidt tot ecologisch meer verantwoorde keuzes.
Hoewel dit alles veelbelovend klinkt, heb ik zelf wel een paar bezwaren.

Consumentenactivisme is niet de oplossing

Ik ben zelf niet zo overtuigd van de invloed die consumenten hebben. Het idee dat de vraag van de consument bepaalt wat bijvoorbeeld supermarkten aanbieden strookt wat mij betreft niet met de werkelijkheid.
Roxane van Iperen legde dit in Zomergasten mooi uit. Een enorme aanrader, maar ik denk dat de aflevering niet meer online staat. Hij is nog wel in podcastvorm te vinden, en ik kan hierin ook verwijzen naar een uitstekend essay van haar hand. Waar het op neer komt: als je als consument de luxe hebt om duurzame keuzes te maken, is dat uitstekend. Doe het vooral. Maar uiteindelijk heeft vooral de voedselindustrie een grote hand in de keuzes die je maakt. Zo adverteerden supermarkten graag met zaken als kiloknallers. Het is mijns inziens niet erg eerlijk daarna de consument aan te rekenen dat ze daar gebruik van maken. In een van de onderzoeken van Meijers wordt verwezen naar bedrijven als H&M, die consumenten bewegen om kleding te recyclen. Ik word hier bijzonder cynisch van: H&M wordt, net als merken als Nike en Burberry ervan beschuldigd geretourneerde kleding te verbranden.

Waarom is duurzaam zo duur?

Ook moet er meegenomen worden dat de prijs van ecologische producten vaak hoger is dan minder verantwoorde alternatieven. Vleesvervangers zijn bijvoorbeeld tot 4x zo duur als echt vlees. Inmiddels is het verschil kleiner, maar het blijft aanzienlijk.
Voor dit prijsverschil zijn vele redenen: zo is vlees bijvoorbeeld merkloos, waardoor er een lagere prijs voor gevraagd wordt. Ook wordt er op grote schaal geproduceerd, waarbij dierenwelzijn overigens niet hoog in het vaandel staat. Maar een belangrijke factor is ook dat er jaarlijks in Europa nog steeds tientallen miljoenen aan subsidie naar de vlees-en zuivelindustrie gaat. Het gaat hier bijvoorbeeld over 133 miljoen euro tussen 2017 en 2019, 41% meer dan bijvoorbeeld groente en fruit.

Wat kunnen we dan wel doen?

Verandering begint mijns inziens dan ook met het inzicht dat het belangrijk is om niet als consument actie te ondernemen, maar als consument. Ik raad het boek “Een beter milieu begint niet bij jezelf” van Jaap Tielbeke daarom van harte aan. Voorbeelden van zaken die burgers en activisten kunnen aankaarten zijn:

  • Het rechttrekken van de subsidies. Dat zal niet meevallen, aangezien er net als met tabak en olie een flinke lobby aan vastzit.
  • Supermarkten oproepen om te breken met problematische leveranciers of producten.
  • Denk er daarbij aan dat in 2023 de laatste supermarkt stopt met de verkoop van plofkip. Dit mede door actiegroepen als Wakker Dier en Varkens in Nood. Dit soort stappen zijn veel effectiever dan te hopen dat mensen minder van dit soort producten kopen.

    Ook kan er regelgeving voor gemaakt worden, die bepaalde producten verbant en strengere eisen stelt. Ook dit lijkt me vele malen effectiever dan te wachten op individuele keuzes. Kijk bijvoorbeeld naar de invloed die het invoeren van statiegeld op plastic flesjes heeft op zwerfafval in Nederland.

    Mocht dit een machteloos gevoel geven: wellicht geven de rechtszaken die Milieudefensie en Urgenda respectievelijk van Shell en de Nederlandse overheid wonnen dan wat moed. Bedenk daarbij dat je invloed in het stemhokje groter is dan in de supermarkt.

    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *